Gerben Kossen werkt 14 jaar voor de gemeente Amsterdam, inmiddels in zijn vierde functie. Hij heeft daarvoor jarenlang bij een ingenieursbureau gewerkt en na een detachering bij de gemeente Amsterdam de overstap gemaakt. Hij is begonnen als gebiedsmakelaar en leerde zo allerlei facetten van de binnenstad kennen: van toerisme tot openbare ruimte, van vastgoed tot vergroening. In zijn huidige functie als projectmanager is hij verantwoordelijk voor de transformatieopgave van vastgoed in het programma Aanpak Binnenstad van de gemeente.
Wat is belangrijk voor jullie in de binnenstad van Amsterdam?
“We kennen allemaal het centrum van Amsterdam: als je er doorheen loopt zie je de monocultuur, die is enorm op het toerisme gericht. De binnenstad is vervreemd geraakt van de Amsterdammer. Wij willen met de Aanpak Binnenstad ervoor zorgen dat de Amsterdammer zich weer prettig voelt in de binnenstad. Dit doen we met tal van maatregelen, waarvan het deel gericht op vastgoed door mij en mijn collega Eefke van Lier wordt opgepakt. De focus ligt op grip krijgen op de commerciële plinten: we willen minder toeristenwinkels, Nutellawinkels enzovoorts. Daarnaast is het toevoegen van betaalbaar wonen, zoals sociale huur en middenhuur, een belangrijk speerpunt. Ten derde is het versterken en behouden van de kunst- en cultuursector van belang. Tenslotte het terugbrengen van maatschappelijk vastgoed in de binnenstad, zoals huisartsen, kinderdagverblijven en opvang voor mensen die geen huis meer hebben. Eigenlijk alles wat er nodig is om de binnenstad dynamisch en leefbaar te houden. Stadsdeel Centrum, is naast alle functies die we net noemen de woonplaats van circa 90.000 Amsterdammers. Grofweg eenzelfde aantal werkt in de binnenstad. Uitdagingen genoeg om daar de balans in te vinden.”
Hoe ben je betrokken geraakt bij de City Deal en waarom zijn jullie aangesloten?
“De Aanpak Binnenstad is vastgesteld in 2020 en in die periode werden de eerste gesprekken over de City Deal al gevoerd. Zo zijn we als Amsterdam al snel aangehaakt bij de voorbereidingen van de City Deal. In Amsterdam hebben wij heel weinig leegstand, misschien wel té weinig. We hebben nauwelijks doorstroom en zitten met veel type winkels in de binnenstad die we er eigenlijk liever niet willen. Wij hebben om daar grip op te krijgen over het standaard bestemmingsplan een extra bestemmingsplan gelegd. Zo creëren we een soort vacuüm om te voorkomen dat er meer toeristenwinkels bij kunnen komen. Maar als je dat net allemaal hebt gedefinieerd, vinden de ondernemers altijd wel weer iets in de tekst waardoor het wél mogelijk is. Is een badeendjeswinkel een toeristenwinkel? Wij denken van wel, maar voordat je zover bent dat we dat als toeristenwinkel kunnen definiëren, ben je weer jaren verder. In de tussentijd bedenken ze wel weer wat nieuws, bijvoorbeeld een snoepwinkel. Op het moment dat je snoepwinkels gaat verbieden, dan moet de Jamin ook weg. Is dat wat je wil? Het blijft een kat- en muisspel. Dat probleem speelt waarschijnlijk vooral in Amsterdam, maar de tools die we in de City Deal ontwikkelen om meer grip te krijgen op branchering kunnen wij heel goed gebruiken om monocultuur aan te pakken. Zo zie je dat niet elke stad in de City Deal dezelfde problematiek heeft, maar de wisselwerking tussen de verschillende steden is heel inspirerend en leidt tot nieuwe inzichten en wellicht een vernieuwende aanpak.”
Op welke uitkomsten van de City Deal hoop je?
“Voor mij is een gedroomde uitkomst dat gemeentes en de vastgoedwereld elkaar beter leren kennen. Het project Vastgoed voor dummies kan daar veel handvatten voor geven in de toekomst. Hoe kunnen we vastgoedeigenaren benaderen? Je hebt zoveel verschillende soorten vastgoedeigenaren; een belegger is anders dan een particuliere eigenaar die maar één of twee pandjes heeft die ook nog eens zelf in de winkel op de begane grond staat. Dat vergt een hele andere benadering. We zijn elke dag bezig in de stad, elke dag voeren wij gesprekken met vastgoedeigenaren. Wij kunnen wat er bedacht wordt in Vastgoed voor dummies direct in onze proeftuin loslaten! Het Binnenstedelijk Impact Fonds, een ander project in de City Deal, zal hopelijk een handige, slimme manier opleveren waarmee we in Amsterdam meer grip krijgen op de vastgoedmarkt in de binnenstad.”
Hoe pakken jullie ondermijnende criminaliteit aan in Amsterdam?
“Ik heb veel collega’s die zich bezighouden met het onderwerp ondermijning. Drugshandel, underground banking en dergelijke zijn een enorm issue. En als je naar vastgoed kijkt: loop maar eens een rondje door de binnenstad, dan zie je genoeg invullingen waarvan je je kan afvragen of het helemaal in de haak is. Daar werken hele teams aan, maar voordat je tot sluitingen komt ben je vaak jaren verder. We zijn als gemeente relatief ver in de aanpak van ondermijning, maar de schaal is echt groot. We lichten aan de voorkant vastgoedeigenaren goed in zodat ze op het moment dat ze een nieuw contract aangaan met een ondernemer weten welke contractvorm passend is. Daarnaast zien we dat sommige makelaars de regels niet goed toepassen, die willen gewoon snel een deal maken. Dat maakt het ook lastig voor de vastgoedeigenaar.
We hebben nu in de binnenstad bij de Dam in een aantal straatjes een exploitatievergunningsplicht voor winkels ingevoerd. Dat heb je al voor horeca, voor winkels is dat nieuw. Ook de reeds zittende ondernemers moeten deze vergunning hebben en de Bibob-gegevens aanleveren, waarmee ze laten zien waar de financiële middelen vandaan komen en hoe de geldstromen lopen. Goede ondernemers vragen meteen zo’n vergunning aan. Een aantal ondernemers doen dat niet en dat is al meteen je eerste aanwijzing. Als we als gemeente een vergunning weigeren, mag die winkel niet open of moet hij sluiten. Het is een zwaar middel dat veel van de capaciteit van de gemeentelijke organisatie vraagt, maar het is wel effectief om ondermijnende criminaliteit tegen te gaan. We kijken nu of we dat op andere plekken in de binnenstad kunnen toepassen. Sommige eigenaren komen er op deze manier achter dat ze een contract hebben met een foute ondernemer waar ze niet zomaar onderuit kunnen.”
Wat is voor jou een dynamische binnenstad?
“Een binnenstad waar mensen graag naar toekomen, maar ook langer willen verblijven. Een stad met een goede mix van functies, waar je je ook echt thuis voelt. Ik hoor vaak van mensen die net buiten de binnenstad van Amsterdam wonen dat ze die plek een beetje mijden omdat ze zich niet meer herkennen in het aanbod. Er zijn natuurlijk hele mooie pareltjes in de binnenstad, je hebt hele goede ondernemers en bepaalde buurten zijn in positieve zin aan het verkleuren, maar in het algemeen zijn er veel Amsterdammers die maar weinig naar de binnenstad trekken. Maar er gebeurt genoeg: kijk bijvoorbeeld naar de Wallen waar al jaren de NV Zeedijk, Stadsgoed en Stadsherstel actief zijn, die ervoor zorgen dat goede, leuke ondernemers met nieuwe formules zich kunnen vestigen in de binnenstad, die het anders waarschijnlijk niet zouden kunnen betalen. Denk aan een Bonne Suits, Patta Amsterdam en Kanaal40. Het zijn vaak ondernemers die weer een nieuw publiek naar de binnenstad trekken, juist met lokale roots. Zo ontstaat er iets bijzonders tussen de panden die wat minder zijn.”
Wat is jouw favoriete binnenstad en waarom?
“Misschien is het voor de hand liggend, maar ik noem toch Amsterdam: een unieke stad met een mix van historie en een moderne dynamiek. Tijdens corona zag je opeens de stad weer ‘terugkomen’. Als die massa’s toeristen er niet lopen zie je opeens weer die mooie gevels, kleine pittoreske straatjes en grachten. Ik houd tegelijkertijd ook erg van mijn eigen woonplaats Alkmaar, of een Leiden of Haarlem; historische binnensteden die minder massaal zijn en waar je nog meer de puurheid voelt.”
Wat wil je nog meegeven aan mensen uit de werkgroepen in de City Deal?
“We zijn nu ongeveer anderhalf onderweg, ik zou mensen willen meegeven: blijf nieuwsgierig, blijf elkaar op zoeken en je kennis delen. Het is – zeker als ambtenaar – een valkuil om in de waan van de dag verder te gaan en te denken: dat hebben we al een keer gedaan, dat kan niet, werkt niet. Het is juist de kracht van de City Deal dat we de samenwerking met andere steden opzoeken en elkaar blijven uitdagen om dingen wél mogelijk te maken. Het is mooi om te zien dat er nu al een netwerk wordt gevormd, dat zou steeds meer een platform kunnen worden. Los van de City Deal projecten weten we elkaar steeds beter te vinden en vragen we aan andere steden hoe zij iets aanpakken.”