Ondanks de idee dat in steden ruimte schaars is, is er toch sprake van veel onbenutte ruimte. 2,5 miljoen vierkante meter volgens het CBS. Op de PROVADA organiseerden we een paneldiscussie onder leiding van programma coördinator Jos Sentel over hoe die onbenutte ruimte te ontsluiten. Het gaat dan bijvoorbeeld om ruimtes boven of achter de winkels. Deze verborgen leegstand biedt kansen om via transformatie en het toevoegen van programma de binnenstad een impuls te geven en vooral de monocultuur te doorbreken. De binnenstad hoort immers een multifunctioneel mozaïek te zijn!
De deelnemers aan het panel:
Lotte Terwel – Dagelijks Bestuur Stadsdeel Centrum Amsterdam
Martijn Lentze – Directeur/eigenaar 070 Vastgoed
Arno Ruigrok – Expert binnenstedelijke ontwikkelingen
Willem Hamming – Binnenstad Management Den Haag
Martijn gooit meteen de knuppel in het hoenderhok: “We hebben meer woningen boven winkels nodig, en minder regels. Het is de afgelopen jaren moeilijker geworden om transformaties te realiseren.”
Willem voegt toe: “Het gaat om meer nieuwe functies, niet alleen om wonen. Denk aan de dienstensector als communicatie- en architectenbureaus die werken op de verdieping.”
Lotte vult aan: “Vergeet ook de huisartspraktijk niet. De inwoners van centrum Amsterdam zijn aan het vergrijzen, dus zorg in de buurt wordt steeds belangrijker.”
Arno: “We hebben behoefte aan flexibiliteit bij wat we realiseren. Wat nu nodig is, is over 10 jaar weer anders. Wees dus flexibel in ruimtelijke en financiële zin, maar ook in regelgeving. We hebben drie opties: leegstand opvullen, intensiever gebruik van de ruimte en slim ingepaste nieuwbouw. Het belangrijkste is: ga met een stofkam door je binnenstad om de juiste ruimtes te vinden.”
Willem: “In Den Haag doen we nu een totale inventarisatie van waar ruimte onbenut is. Niet alleen voor ambtenaren, maar ook voor andere stakeholders. We hebben al veel geslaagde voorbeelden van geslaagde transformaties, zoals de bouldermuur met een grote bar met werkplekken in de oude Marks & Spencer of de komst van de Leiden Universiteit naar het voormalige V&D pand.”
Lotte: “We zien in Amsterdam geslaagde voorbeelden van transformatie, maar het is taai. Denk aan wat ASR op het Koningsplein heeft gedaan met 9 historische panden, of hoe op de Nieuwendijk creatief om wordt gegaan met het realiseren van een deur naar boven.”
Martijn: “Die creativiteit zit hem er ook in om buiten de regels om te denken. Als we loslaten hoe groot een woning minimaal moet zijn, dan is er veel meer mogelijk. De onbenutte ruimtes zijn namelijk vaak klein. En zelfs als het met veel moeite lukt om een deur of een trap te realiseren, mag je vervolgens niet je fiets parkeren voor de deur! Laten we dus samen als eigenaren en gemeenten kijken wat er per geval mogelijk is.”
Lotte: “Er zijn inderdaad veel regels, die soms ook nog eens tegenstrijdig zijn. Of zelfs letterlijk uit de middeleeuwen komen. We willen als gemeente best meewerken en creatief omgaan met die regels, maar de moeilijkheid zit hem erin dat de eigenaar begrijpelijkerwijs maar kort de tijd heeft. De eigenaar heeft nú een nieuwe huurder nodig. Als de gemeente het mogelijk heeft gemaakt na veel vijven en zessen is het al te laat.”
Willem: “Een andere optie: kijk met een architect naar een creatieve ontsluiting en maak het dan samen met alle stakeholders mogelijk. Met kleine pilots en succesvolle voorbeelden brengen we ook de grote partijen op andere gedachten.”
Lotte vult aan: “Ik wil als bestuurder eerder betrokken worden. We hebben een pot voor onrendabele top maar die wordt vaak pas aan het einde aangesproken, doe dat ook eens aan het begin met een ontwerper om de creativiteit erin te brengen.”
Kortom: genoeg kansen, maar essentieel blijft het samenwerken en in een vroeg stadium samen aan tafel met de juiste creativiteit. Zoals Arno afsloot: “Het gaat niet zozeer om minder regels, het gaat hoe we met de bestaande regelgeving omgaan. Er is dan meer mogelijk.”