“De binnenstad moet meer zijn dan een koopcentrum om haar maatschappelijk waarde te behouden.“

David Lansen is Beleidsadviseur Locatiebeleid bij INretail en legt in zijn rol de verbinding tussen retail en overheid. De achterban van INretail heeft zo’n 13.000 winkels door heel Nederland in ieder denkbaar winkelgebied, waaronder natuurlijk de binnensteden. INretail vertegenwoordigd in de City Deal naast retail ook andere marktpartijen in de horeca-, toerisme- en cultuursector. David: “Ik ben spin in het web naar al die marktpartijen die vertegenwoordigd zijn in de binnensteden. Samen met mijn collega’s Jeroen van Dijken (in de werkgroep Vastgoed) en Manon Straatman (werkgroep Branchering) kijken wij of we kennis kunnen inbrengen bij de projecten die de steden starten zodat we het wiel niet opnieuw hoeven uit te vinden.”

“INretail ziet ook de verschuiving van de traditionele winkelstraat naar een plek waar verschillende functies samenkomen. We hebben in het rapport ‘De maatschappelijke meerwaarde van retail’ samen met 75 experts waaronder vastgoedbeleggers, planologen en vertegenwoordigers uit de kunstsector, recreatie en toerisme, nagedacht over het retail en de binnenstad van de toekomst. We hebben decennialang de binnenstad gezien als plek om te kopen, maar die moet meer functies herbergen. Vergelijk het met het concept van de ‘agora’ uit de Griekse oudheid: een plek waar mensen samenkomen om het land te besturen, handel te drijven, maar ook om van cultuur te genieten en om te kunnen ontspannen. Maar wat doen wij in Nederland: het gemeentehuis gaat aan de rand van de stad zitten! In Delft gaat het filmhuis van het centrum naar de spoorzone. INretail bepleit dat de maatschappelijke meerwaarde in de binnenstad juist de mix van retail en horeca is met publieksfuncties als gemeente, kerk, onderwijs enzovoorts.”

David vindt het idee achter de City Deal – grip op vastgoed – treffend en ziet de huidige regelgeving deze transformatie onvoldoende faciliteren. “Als we opnieuw makers in de binnenstad willen hebben, zoals keramiekateliers, moeten we factoren aanpassen zoals toegankelijkheid of huur om dit te bereiken. Een ander voorbeeld: als een consument een pak gaat uitzoeken krijgt hij een glas bubbels aangeboden, hoe zorg je dat dit is toegestaan? En andersom ook mag een bareigenaar geen producten verkopen omdat de regelgeving de consument wil beschermen voor ondoordachte beslissingen. Terwijl: de consument maakt geen onderscheid meer tussen horeca en retail, een consument denkt tegenwoordig veel meer in termen als ‘wat verdient mijn aandacht, wat is voor mij betekenisvol’. Juist de inspirerende concepten zijn moeilijk te realiseren met de regelgeving die we in de afgelopen decennia hebben opgetuigd in Nederland. Naar dat soort voorbeelden zouden we met een meer open blik moeten kijken.”

Hoe een binnenstad zijn dynamiek kan uiten ziet David op verschillende manieren terugkomen. Hij is actief geweest bij de ondernemersvereniging van Delft en gebruikt die stad als voorbeeld. “Als je vanaf het station Delft in loopt via een van de zijstraten, word je verrast door prachtige graffiti op een muur. Dat maakt dat je al meteen geprikkeld wordt. Een stad moet geen openluchtmuseum worden, zoals Venetië. Maar denk ook aan een openbaar evenement als Koningsnacht in Den Haag, met al z’n complexiteit. Ook over een periode van vele jaren speelt die dynamiek een rol. Ik heb in Tilburg gestudeerd en als ik daar nu loop herken ik de binnenstad van de jaren ’90 niet meer terug. De openbare ruimte heeft daar zo’n allure gekregen, met nieuwe concepten en looproutes. Daar komen overheid, vastgoed en retail in hun meest pure vorm samen om een mooi geheel te vormen.”

“Mijn hoop voor de City Deal is dat we veel van elkaar gaan leren, ook onderling tussen de steden. Dat we van elkaar snappen wat iemand van Grondzaken doet en wat een winkeliersvereniging echt wil. Dat netwerk moet elkaar kunnen vinden, de basiskennis over de binnenstad in al haar complexiteit moet omhoog. De maakbaarheid van de stad zit niet alleen in regelgeving, maar ook de bereidheid om stappen te zetten. We hebben mensen nodig die echt willen ondernemen. Als mensen elkaar kennen en hetzelfde kennisniveau hebben door de informatie-uitwisseling van de City Deal kan het echt gaan vliegen.”